Prinses op de Erwt


Kent u dat sprookje waarin een prinses getest wordt of ze werkelijk van Koninklijke bloede is? De aanstaande prins-gemaal stapelde matras op matras op matras, verstopte er een erwtje onder om de gevoeligheid te testen. Alleen een echte prinses zou de hobbel voelen.

En zo trof ik Sarah-Marije.
Boxspring en topper hamburgergewijs opgetast, Sarah-Marije lag er, in opperste paniek haar persweeën weggrommend, boven op. Gemaalskant liet een lege bedbodem zien, kussens en dekbedden pardoes op de grond gekieperd. 
Toen Saar me zag, riep ze: ‘Ik MOET PERSEN!’ Alsof ik dat niet, bij het oprennen van de trap, reeds bemerkt had aan de onmiskenbare oergeluiden die mijn richting en tempo hadden bepaald.
‘Het is goed Saar, euhh Marij, het is goed Sarah-Marije, ik ben er,’ piepte ik licht nahijgend en gooide mijn koffers open.
‘Ligt er een zeiltje op je bed?’ Saar had geen idee. Haar prins wist het evenmin. Hij ging voor me opzoek naar iets ter bescherming van het matras en kwam met grote badhanddoeken terug.
‘Heel goed, maar ook iets met plastic, het kraampakket? Staat dat ergens?’ Prins haalde vertwijfeld zijn schouders op. ‘Kast. Babykamer. Onderin.’ gromde Sarah-Marije tussen haar opeengeklemde kiezen door. ‘Roze kast!’
‘Marie, zal ik je moeder bellen?’ Prins zwaaide zijn mobieltje voor de neus van persende prinses.
Ik vroeg Saar waar ze de kraamzorg van had, ze keek me verdwaasd aan: ‘Dat ben jij toch?’
‘Bel moeder maar, ‘ zei ik tegen Prins, ik kende moeder, het leek me een kordate assistente en ze woonde om de hoek.
Prins en ik wurmden met enige moeite een plastic zeil onder Saar -of was het nou Marie- door, ik dekte het af met een grote koningsblauwe veloursbadhanddoek tegen het kraken, schuiven en plakken. 
Maar onze prinses lag niet lekker.
‘Ik wil staan, mag ik staan,’ en ze stond al naast bed, zakte door haar knieën en perste op de hurken.
Vruchtwater spetterde op het laminaat.
Ik keek eens op de klok. 23:47 was hun telefoontje binnengekomen. Net na middernacht rende ik hier de trap op. Nu klokte ik 00:14 en zag hoe mijn shirt binnenstebuiten zat.
Daar was oma al.
‘Marie, moet jij niet liggen?’
Als een echte koningin-moeder dirigeerde ze haar dochter terug de stapel op. 
We persten uit alle macht. Het kruintje verscheen en de opeenstapeling zakte enorm in. Ik voorzag troubles met de schouders, zeker omdat we een flinke boreling verwachtten en zachte onderleggers over het algemeen weinig ruimte laten voor soepele schouderontwikkelingen.
‘Sarah-Marije, kun je nu, voor de volgende wee begint, op handen en knieën draaien?’
Moeder dacht met me mee en herhaalde mijn vraag op gebiedende wijs: ‘Marie, nu!’
Marie draaide zonder tegensputteren.
En zo werd de dochter geboren. Een kruinligging bleek het, ook wel een sterrenkijkertje genoemd. Alleen, onze Marie baarde natuurlijk niet op haar rug, waardoor er voor deze baby geen enkele ster waarneembaar was.
Die Sarah-Marije, met haar vorstelijke naam, drie matrassen en een topper afgekeurd, een ware prinses. 
Het blozende prinsessenkind noemden ze Jet. 
Lekker kort.

 @Poldervroedvrouw 

Telepathie

Als om half twee in de nacht de dienstmobiel rinkelt, duurt het enkele ogenblikken voordat mijn handelingen gecoördineerd verlopen. Telefoon pakken, aanzetten, spreken, luisteren, begrijpen.
Het is mijn zo gewenste badbevalling die zich aankondigt, mijn benen zwaaien al over de bedrand. Mouwloos T-shirt aan, handen door het haar, bril op en gaan.

Onze aankomend tobbedanseres komt onder de douche vandaan en gaat op bed liggen.
De ontsluiting blijkt ‘pas’ drie en het bad moet nog vol, ik installeer me beneden op de bank.
Voorlopig plan van aanpak; Aangeboden koffie afslaan en mijn prikkende oogjes nog even rust gunnen. Ralph gaat zich bezig houden met vulslangen en warm water.
In de kamer zoemt een vervelende vlieg. ‘Hè, hoor jij niet te slapen, weet je wel hoe laat het is?’ Hij weet het waarschijnlijk niet omdat alle lampen in huis fel branden. Geluiden als het tikken van een grote wandklok en het ruisen van het volstromende bad boven, sussen mij een beetje in slaap.
Ik word weer wakker van de stilte. Het bad is blijkbaar vol. 2:45. Het voelt alsof ik drie uur geslapen heb, in plaats van de luttele drie kwartier. 
‘Kan jij overal slapen?’
Ja dat kan ik, overal en in alle houdingen. 
Wakker blijven, indien gewenst, kan ik trouwens ook, no worry’s.

Ik ga boven polshoogte nemen. Esther ligt op de zij met de handen voor haar gezicht. Ralph zit er naast, iedere wee masseert hij met grote toewijding Esthers rug. ‘Harder,’ klinkt het gesmoord onderuit de keel van Esther. Ik zie aan het verbeten gezicht van Ralph dat hij met zijn power een flinke boom zou kunnen ontwortelen. Voor Esther gaat het blijkbaar niet stevig genoeg.
‘Harder!’
Ondertussen mijmer ik of het tijd wordt voor vliezenbreken.
Het liefst laat ik dat aan de natuur over. Echter, Esther vroeg er al een paar keer om.
‘Vorige bevalling ging het daarna snel.’
Ik weet dat het ontsluiten door aflopend vruchtwater in een stroomversnelling kan komen, alleen verstoren we misschien het natuurlijk verloop. Haar eerste baby draaide verkeerd om, wat Esther op een behoorlijke rits hechtingen kwam te staan.
Ik concentreer me op de weg die de baby richting uitgang maakt.
Pats!
Vruchtwater spuit met grote kracht richting Ralph.
‘Zo!’ zegt Ralph, terwijl hij de natte plekken op zijn broek dept.
‘Tjonge,’ zeg ik, ‘Ik kan telepathisch vliezen breken, hoe vind je die?’
Aan de volgende wee lijkt geen eind te komen. De buik golft. Persweeën.
Opstaan, enkele passen richting bad. Stap-stap-stap. Nu nog erin. Een nieuwe perswee laat Esther door haar knieën zakken. Het zal me toch niet gebeuren dat we vlak voor de eindstreep ons doel niet halen. Kordaat pak ik een been en hijs hem over de badrand, de andere lukt Esther gelukkig zelf en daar duikt ze de warmte in.
‘Laat jij de baby geboren worden?’ vraagt ze me liefjes.
‘Dat kan je zelf,’ fluister ik.
Tobbedansen, gevolgd door de ‘Duik-er-eens-in’-variant.
Lucas wordt te water gelaten.
Door zijn moeder.
Hechtingloos.
Uw vroedvrouw kijkt met blij hart toe.

  @poldervroedvrou