De Perfecte Pappa


De telefoon gaat om twee uur in de nacht. Het is een aanstaande vader, we zullen hem Joop noemen. Ik versta in eerste instantie slechts zijn achternaam. Een naam die nergens matcht met mijn rijtje hoogzwangeren. ‘Heet jouw vrouw anders?’ Inderdaad. Hoogkade vier. Dat adres met bijbehorende zwangere ken ik. ‘Op het hoekje van de kade,’ zeg ik, om Joop te laten merken dat ik heus wel weet om wie het gaat.
‘Suzan verliest water. Jouw opdracht was: tijdig bellen. Dus daarom bel ik.’ zegt Joop droogjes. Weeën zijn er niet, het betreft hier louter een ‘gebrokenvliezen’-mededeling. We gaan afwachten. ‘Ik hoop dat je nog wat kunt slapen,’ hoor ik Suzanne op de achtergrond giechelen. Door een gordijnkiertje ontdek ik hoe het er buiten uitziet en mompel nauwelijks hoorbaar: ‘Dat betwijfel ik.’
Buiten ziet het namelijk wit, het sneeuwt.
Het gelijkmatige laagje, ongezouten wit ziet er idyllisch uit. Maar mijn doorgewinterde vroedvrouwenhart absorbeert de, door de schrik vrijgekomen, adrenalinerush volledig. Zo zie ik mezelf direct al klunend richting Hoogkade glibberen, en aansluitend, bij een fatale inparkeerpoging, pardoes de kade af slippen.

 Zo abrupt uit de ‘slaap-der-onschuldigen’ gerukt, wachtend op de dingen die komen gaan, ik ken mezelf. Raderen die -niet te stoppen- gaan draaien. Hoe, wat, wanneer, hoe snel, wie mogelijk nog meer, welke collega’s stand-by? -woelen en keren, mezelf toespreken: ga slapen- de route naar de Hoogkade in gedachte doornemen, wordt er al gestrooid? -andere zij, wekker in zicht, 2:30 ga slapen- hoe is het op de doorgaande wegen? 3:30, is de route naar het ziekenhuis vrij bij nood? - omdraaien, andere kant, gordijnkier, sneeuw, 4:00 alsjeblieft, ga nu echt weer slapen, vrijdag de dertiende wordt gewoon een hele mooie dag-.
Vrijdag de dertiende? Ook dat nog.
Ik had meer zin om op te staan, de auto sneeuwvrij te maken, en er alvast stapvoets heen te rijden. Slaapzakje in de auto, en op het moment van tweede oproep, luttele seconden later voor de deur staan. Joops verbaasde gezicht leek me priceless, maar ik zou er zijn, en zo viel ik eindelijk in slaap.

Joop belt half acht. De doorgaande wegen zijn intussen gestrooid. Licht geradbraakt door de matig benutte nacht, telepatheer ik alvast mijn koffiebestelling richting Hoogkade vier.
Aan de ‘veilige’ kant van de kade parkeer ik probleemloos. Joop sjouwt mijn tassen naar boven. De kachel brandt behaaglijk en Joop heeft op een uitgeklapte strijkplank het gehele kraampakket perfect uitgestald. En, tot mijn geluk, wacht er op het strijkboutplateautje een heerlijk kopje koffie.

 De aanstaande mamma verdient -als altijd- het grootste compliment. Ze werkt zich moedig door de weeën, terwijl Joop van boven naar beneden blijft rennen om alles aan te dragen wat wij wensen of wat hij denkt dat wij wensen. Enkele minuten voor tien wordt een dochter van ruim negen pond geboren. Joop herhaalt wel honderd keer hoe opgelucht hij is. Ik denk het evenzovele malen met hem mee. Ik was gewoon op tijd, zelfs de kraamverzorgende was prima op tijd, (en zij kwam nota bene van buiten het dorp). Er is overal gestrooid, mijn auto bevindt zich gewoon naast de gracht en niet erin, binnen is het warm, buiten ziet het prachtig wit, er is een roze dochter Ivy en ik krijg van Joop een keuzemenu aan mogelijkheden voor mijn tweede bakkie.
Mijn keuze is een Grande Cappuccino.

Vrijdag de dertiende is een hele mooie dag om geboren te worden.

@poldervroedvrou




 

Geen opmerkingen: