Call the Midwife!


Ik kijk graag naar die televisieserie. Het verhaalt over verloskundigen in het arme Londen uit de jaren 60. Het is werkelijkheidsgetrouw en verloskundig-accuraat. Ik leef dan ook helemaal mee met de hoofdpersonages.
Zo ging een aflevering over een onverwachte stuitbevalling thuis, waarin de verloskundige/ hoofdrolspeelster een moment naar de gang ging om zichzelf moed in te spreken. Tegen de barende zei ze: ‘Ik ga mijn spullen bij elkaar pakken, het komt helemaal goed.’ In de gang ademde ze een keer heel diep in en uit en sprak zichzelf zachtjes toe. Tegen de kale muur fluisterde ze het stappenplan behorende bij de “Onverwachte-Stuitbevalling-Thuis” en ik dacht; ja, zo heb ik ook een keer gestaan in exact dezelfde spanning. Enkele tranen welden onvoorzien over mijn oogranden en een tikje emotioneel constateerde ik dat de actrice haar rol eersteklas speelde, inderdaad, zo gaan die dingen.
‘Slik.’
Ik huil ervan, ik smul ervan en ik leer ervan; in Engeland wordt bijvoorbeeld vaak in zijligging bevallen, dit leek mij ronduit onhandig. Zelf opgeleid in de jaren 80 waar we leerden dat een vrouw ‘gewoon’ op haar rug ligt tijdens de baring; en dat wij haar ‘verlossen’, superhandig en overzichtelijk voor de hulpverlener; de ‘verlosser’…
Intussen een ‘vroede’(wijze) vrouw geworden, ken ik geen enkel zoogdier dat zijn kleintje ruggelings ter wereld brengt. De natuur bedacht het anders. Maar hoe fiks je dat zo soepeltjes mogelijk?

Ik kijk een episode waarbij een -of course, het is een actrice, dat weet ik wel, maar ze speelt het buitengewoon levensecht- oude kloosterzuster de geboorte begeleid. De barende ligt op haar zij, met de rug naar de non toe. Zij is in hemelsblauw habijt, met losse witte hemdsmouwen tot haar oksels tegen de spetters. Ze zit op de rand van het bed. Het bovenste been van moeders legt ze op haar schouder en het kindje wordt geboren, ze draait het voor de buik van de moeder en laat het been weer zakken. Ik spoel de opname enkele keren heen-en-terug. ‘Je mond staat open!’ zegt mijn dochter. ‘Nou, zie je dat, wat een handige manier!’ Als ik haar vraag voor mij proef te liggen, schudt ze lachend haar hoofd. ‘Nee mam, doe lekker effe normaal.’

Dan maar in de praktijk een proefpersoon zoeken.

Bij Francien van der Bosch valt alles op zijn plek. Zij blijft de hele tijd rondlopen, want ze kan echt niet liggen of zitten. De struise vrouw van één meter 86, stampt  flink door tijdens de wee, wordt zelfs een beetje duizelig en ik zie de persweeën steeds heftiger door het lijft gieren.
‘Francien... Ga alsjeblieft liggen voor je omvalt!’ Zelf wil ze er nog niet aan. ‘Ik kan nu NIET hier op mijn RUG gaan lig-gen, GRRRR,’ puft ze in een nette frequentie van drie op één uit.
Opeens ploft ze op haar zijkant in het verhoogde bed, met de rug naar me toe. Zich vastklampend aan Evert, samen de wee opvangen, terwijl ik uitstekend zicht heb op alles wat er vanonder gebeurt.

Daar!
Zonder zogenaamd-hygiënisch gesteven hemdsmouwen, en zonder zedige witte muts, maar in stone-washed-slimfitstretch spijkerbroek, mouwloos zwart T-shirt, latex handschoenen-maat-zeveneneenhalf, en de babyhaartjes komen in zicht. Ik moedig aan: ‘Geef er maar aan toe!’ en zijg neer op het randje. Dan pak ik  het bovenliggende been bij de enkel en leg hem in mijn nek. Zo is er precies genoeg ruimte om de baby geboren te laten worden.

Toen de zoon -ruim acht pond en 55(!)centimeter lang- er helemaal uit was, verbaasde Francien zich over het feit dat alles alweer achter de rug was.

‘Achter je rug ja,’ zei ik, ‘daar gebeurde van alles!’

En dat vond ik nou weer een goeie grap.

 

@poldervroedvrouw

Telefonische LOI-cursus 'Bevallen voor Beginners'


 

Deze keer eens een belevenis van mijn collega Wilke  

 Als midden in de nacht de telefoon gaat, denk ik het nummer op mijn schermpje te herkennen. Inderdaad, John van Angela. Elkaar noemen ze Sjonnie en Ansj. Ik heb ze al vaker aan de lijn gehad. Het nummer is een makkelijke combinatie van vijven en zevens. Het stel zelf is een tamelijk opmerkelijke combinatie van donkere uitgroei in blonde haren, gouden kettingen, tatoeages met doorgestreepte eeuwige liefdes, dit mede omdat zij haar derde kind gaat krijgen, terwijl het zijn allereerste wordt. Het gesprek is kort en ik ben meteen uit de startblokken. De enkele woorden die Sjon en ik met elkaar wisselden in combinatie met de gezellige achtergrondgeluiden geheel verzorgd door zijn eega Ans zijn genoeg om mijzelf in de hoogste versnelling te zetten. In de auto gaat de mobiel weer, ik wurm het oortje in, geef gas, spreek, rij, schakel, luister, stuur, geef nog meer gas, instrueer, denk na terwijl mijn hersens stil lijken te staan, of is het mijn hart.
Sjonnie ziet namelijk haartjes, denkt hij, zegt hij. Ik hoor Angela nog intenser kreunen.
‘Zuchten Sjon, zuchten met Ans!’
Ik roep het door de telefoon, alsof ik daarmee zijn Ansj kan bereiken. John zet zijn telefoon op speaker, zo heeft hij zijn handen vrij en zo komen ook de achtergrondgeluiden naar de voorgrond. De situatie klinkt onhoudbaar.
‘Het hoofdje stEEkt er half uit.’
Zijn stem slaat er van over. Mijn hart slaat over. Ans is even stil.
Rotondes op twee wielen, bochten in zijn vier. Nu is het mijn Opeltje dat kreunt. Ans gilt hoog.
‘Het hoofdje steekt er nu helemaal uit!’
In mijn hoofd probeer ik me een voorstelling te maken van de situatie, Ans op bed, met de benen wijd-tenminste, dat mag ik hopen- John op zijn knieën ernaast -en ja, ook dat mag ik hopen-.
Ik haal adem en druk het gaspedaal volledig in.
‘Draait het hoofdje? Ja, okay, goed zo. Pak het hoofdje, tussen je handen. Laat Angela persen, en duw het hoofdje richting matras. ANSJ PERSEN!’
Ik hoop via de speaker Angela te overtuigen om flink mee te persen.
‘Er glimt iets blauws… Ertussen.’
Flut. Navelstreng.
‘Haak je vinger er maar omheen en haal over het hoofdje, dat is de navelstreng. Geeft niets.’
Ik bluf, ik schakel, en bid dat de streng niet te strak zit. Weer roep ik PERSEN richting Ans.

Woonwijk in aanbouw, onverlichte obstakels

‘Wheeee,WHEEEEE, WHEEEEEEEEE.’
Het huilt. Een diepe zucht ontsnapt me. Het huilt, hoera, dat klinkt als muziek in de oren.
‘Afdrogen Sjonnie, afdrogen en toedekken.’

 Het glimmendnieuwe streeploze asfalt leidt mij in het donker richting hun kale onaffe straat. Zandbakken als parkeerplaatsen. Als een mug in de nacht vlieg ik richting het enige fel verlichte huis. Gordijnen hangen er zo te zien nog niet. Ik parkeer in het zand en ren in een rechte lijn via de openstaande voordeur de trap op naar hun slaapkamer.
Angela ligt ietwat scheef in bed, ze straalt, haar kind netjes toegedekt met een…
Tja, wat is het eigenlijk? Een vaal roze badjas of badcape. De voeten steken parmantig in roze varkenskopsloffen, één pyamabroekspijp hangt om het linker varken. Een plasje vruchtwater staat in de matraskuil, de navelstreng loopt als een telefoonkoord tussen haar benen naar de, onder het badstof verstopte, baby. Alles is roze, inclusief de pasgeborene.
Ik reset mezelf even.
Handschoenen aan, droog matje onder Ans, aan de buik voelen hoe het met de nageboorte is gesteld. John mag de navelstreng doorknippen. Geen hechtingen, perfect.
Sjonnie en Ans hebben een zoon van krap zes pond, Mitchell Ricardo Wesley.
Ik kan voortaan telefonische LOI-cursussen geven voor thuisbevallingen zonder deskundige hulp.

 

@Polderverloskundige Wilke